'Ik kom hier graag'
Ambulant begeleider Karen Peters en cliënt John kennen elkaar al meer dan tien jaar. Hun vertrouwensband is stevig. En voor John heel erg belangrijk.
Karen werkte zestien jaar in een woonvoorziening bij ORO en maakte een jaar geleden de overstap naar de ambulante begeleiding. Nieuwe cliënten, meer bij de mensen in hun eigen omgeving en meer uitdaging, daar was ze naar op zoek. “Ik zocht een doelgroep die wat zelfstandiger in de maatschappij stond, waarbij ik ook meer een beroep kon doen op de eigen verantwoordelijkheid. Het leek me mooi om een deel te zijn van iemands leven. Samen zoeken naar wie je bent, waar je naartoe wilt, welke hulp je nodig hebt en hoe we samen stappen kunnen zetten.”
Karen werkt 24 uur en daarin begeleidt ze 12 cliënten. “Met een zeer uiteenlopende problematiek”, zegt ze. “Van psychiatrische problemen, NAH, LVB, verslaving, triple problematiek, noem maar op. Twaalf individuen, twaalf woon- en gezinssituaties die allemaal heel verschillend zijn. Of het een zware caseload is? Gelukkig wordt er bij de samenstelling wel rekening met de zwaarte gehouden. En eerlijk is eerlijk; als ze alle twaalf zo intensief waren als John, dan zou het echt te zwaar worden.”
John
John zit er ontspannen bij als Karen vertelt. Hij weet dat hij niet de makkelijkste is. Maar hij zou Karen niet kunnen missen. Dat weet hij ook. Samen vertellen ze over hun geschiedenis.
John: “Ik heb het niet makkelijk gehad. Mijn vader en moeder scheidden al snel en op mijn vijftiende ging ik van school af. Ik kwam bij de maatschappelijke opvang terecht, heb gezworven, onder de brug geslapen, drugs gebruikt. Ik heb ook dingen meegemaakt, gezien, die een flinke indruk op me hebben gemaakt. Die ik niet los kan laten. Zelfmoord van een vriend, andere heftige dingen.”
Karen: “Ik leerde John kennen toen ik nog op de woonvoorziening werkte. John kreeg verkering met één van de bewoonsters. Hij had geen huis en werd gedoogd in die voorziening. Het was wel een ‘mannetje’. Een straatmannetje. Veel bravour. Er stond wel iemand die zich de kaas niet van het brood liet eten. Als wij er waren voor de begeleiding van het meisje, kletste John honderduit. We zagen eigenlijk al vrij snel dat hij ook hulp nodig had.”
De relatie zorgde voor veel spanningen. John was erg impulsief en ook zijn agressie had hij niet onder controle. Bij het UWV vloog er al eens een bureau door het kantoor en ook in huis werd alles al eens kort en klein geslagen.
Verrassingen
John: “Ik wilde haar niet verlaten omdat ik wist dat ze dat niet aankon. Maar ik wist eigenlijk ook dat ik er zelf aan onderdoor ging. Met behulp van de mensen van ORO en de LEVgroep heb ik toen een flatje gekregen. Daarna was de relatie vrij snel uit.”
Karen: “Bij John sta je continu voor verrassingen. Toen hij zijn nieuwe flat had, was die de eerste avond al helemaal geschilderd. Op een bepaald moment had hij ineens een hondje. Daar hadden we het nog nooit over gehad.”
John: “Ik wilde eigenlijk een soort volière maar toen zag ik op Marktplaats zo’n hok met een hondje erin. Ik kreeg hem van die mensen. En nou ben ik er hartstikke blij mee.”
Karen: Voor wat betreft zijn werk hadden we afgesproken dat hij eens met het UWV ging praten. Hij had een WIA-uitkering, maar hij wilde liever werken. Ik had voorgesteld om dat rustig aan te pakken om er langzaam in te komen. De week erna bleek dat hij al iedere dag volledig had gewerkt. Hij is heel impulsief. Kent geen grenzen.”
Inmiddels woont John in een groter huis. Samen met zijn stiefdochter, zijn nieuwe vriendin en hun tweejarige zoon. John werkt. Soms gaat het goed met hem, vaak ook niet.
Balans
Karen: “Bij John zijn we constant op zoek naar de balans. Wat is zijn draagkracht en wat is zijn draaglast? Als die balans ook maar een beetje verstoord raakt, kan het zomaar mis gaan. Dan wordt hij bang, boos, dan is de controle weg en dan komt er zoveel stress dat hij niet meer zichzelf is. Mijn rol? Wat ik het allerbelangrijkste vind is dat ik naast John sta. Niet boven hem. Ik respecteer zijn keuzes; geef hem het voordeel van de twijfel, maar ik spreek mijn twijfel wel uit. In mijn rol kan en mag ik hem kritische vragen stellen. Dat vindt hij niet altijd leuk, maar het helpt hem wel. Soms.”
Toekomst
John: “Mijn doelen voor de toekomst? Ik wil vooral mijn gezin op orde hebben. Rust in de tent en op een goede manier met elkaar omgaan. Dat is voor mij het allerbelangrijkste. Eigenlijk wil ik gewoon leven. Hard werken en een mooi gezin hebben. Dat is alles.”
Karen: “Ik ben vooral veel bezig met het zoeken naar de juiste begeleiding. Er is spanning, er zijn vragen en er zijn zorgen. Eigenlijk altijd wel. Hoe zorgen we er nu voor dat het hier zo soepel mogelijk loopt. En ja, ik ga hier ook wel eens weg met de vraag aan mezelf of ik genoeg heb gedaan. Heb ik alles gezien, heb ik alles gedaan wat ik kon? Natuurlijk neem je dat soms ook mee naar huis, ja.”
Trots
Karen: “Wat overheerst is de trots. Als ik de John van nu vergelijk met de John van tien jaar geleden dan heeft hij grote stappen gezet. Hij heeft zijn leven uit een hele diepe put getrokken, heeft veel meer zelfvertrouwen gekregen en hij laat hele mooie kanten van zichzelf zien. Ik gun het hem ook vooral. Ik gun hem een warm gezin, waar hij rust en evenwicht vindt. Ik gun hem stabiliteit en ik gun hem de hulp die hij nodig heeft. Van mij en van anderen. John is een mooi mens waarmee ik al heel wat heb meegemaakt. Ik kom hier graag. Dít is mijn werk. Hier haal ik mijn voldoening uit.”