'Wij zijn de oren en ogen van de cliënt'
Marli van den Elsen is verpleegkundige op Den Dreef 6a op het Rijtven
Jij bent verpleegkundige. Waarom heb je voor deze doelgroep gekozen?
“Eerder heb ik in de thuiszorg gewerkt, maar ik vond de gebroken diensten die je daar moest draaien niet fijn. Ik vind het prettig om in teamverband te werken en dat had ik in de thuiszorg minder.
Tijdens mijn opleiding was ik al een keer op Het Rijtven geweest. De indruk die het terrein bij mij achtergelaten had was mij altijd bijgebleven. Daarom ben ik bij ORO gaan solliciteren. Ik heb bewust voor de doelgroep intensieve zorg gekozen omdat de zorg die deze cliënten nodig hebben mij erg aantrekt, maar ook om kwetsbare mensen gelukkig te maken en mijn steentje bij te dragen om ze een fijne dag te bezorgen. Inmiddels werk ik hier nu zeven jaar en het bevalt mij super goed.”
Wat doet een verpleegkundige op Den Dreef zoal?
“Het werk is heel breed. Van de zorg aan bed tot aan leuke activiteiten met ze doen. Communicatie is erg belangrijk in de intensieve zorg, niet alleen met de cliënt, maar ook met je collega’s. Wij zijn de oren en ogen van onze cliënten. Onze cliënten kunnen het niet zeggen als als ze ergens mee zitten of pijn hebben. Door klein te kijken en je cliënt te kennen kun je dit herkennen. Als verpleegkundige ben je voornamelijk bezig met het observeren van de cliënt, je overlegt met andere disciplines zoals ergotherapeuten, logopedisten, fysiotherapeuten, artsen, gedragsdeskundige etc. Binnen onze groep hebben verpleegkundige één of meerdere cliënten onder zich, je bent dan hun ‘maatje’ en als maatje heb je ook contact met de naasten en andere disciplines.”
Welke competenties heb je nodig, naast je verpleegkundige kennis, om met deze doelgroep te kunnen werken?
“Je moet het vooral leuk en ook wel uitdagend vinden. Je moet zorgzaam zijn, geduldig en je moet een ‘warm hart’ hebben. Verder moet je goed kunnen communiceren en graag in een team willen werken. Dat zijn dingen die belangrijk zijn. Enthousiasme komt ook van pas trouwens. Soms moet je wel wat extra enthousiasme uitstralen om de cliënten ‘mee te krijgen.’
Sommige mensen menen dat jullie cliënten maar weinig meekrijgen van hun omgeving. Hoe kijk jij daar tegenaan?
“Als mensen uitleg met welke doelgroep ik werk, vragen mensen vaak of mijn cliënten wel gelukkig zijn? Ja! Mijn cliënten zijn gelukkig op hun manier. Ze leiden hun eigen leven en ze doen dit op hun eigen manier.”
Zijn deze cliënten ook extra kwetsbaar?
Ja, dat zijn ze. Ik heb hier in de afgelopen jaren al een paar overlijdens meegemaakt. Een flinke longontsteking kan hier snel fataal zijn. Het is fijn als je op dat moment met je team en eventuele familie van de cliënt kunt samen zijn. Op zo’n moment proberen we als team samen op een respectvolle manier goede zorg te bieden in de laatste dagen. En we verwerken het ook samen. Dat zijn moeilijke, maar achteraf ook mooie momenten. Je merkt dan de kracht en de warmte van een team. Dat is heel waardevol.”
En hoe zit het met jouw geluksmomentjes?
“Die heb ik wel dagelijks, volgens mij. Zo was er een bewoner die tijdens het douchen in de ochtend steeds meer onrust begon te vertonen. We hadden al het een en ander geprobeerd, maar gisteren hebben we hem niet ’s ochtends, maar pas in de middag gewassen. Dan is er wat meer tijd. Hij werd toen ook gewassen in het bad en niet onder de douche. Dat vond hij duidelijk veel fijner. De onrust was meteen weg. Voor dit soort geluksmomentjes hebben we een pot op tafel staan. Daar stoppen we briefjes waarin we kort iets opschrijven over zo’n moment. Tijdens de teambespreking lezen we er altijd een paar voor. Het is goed om daar samen even bij stil te staan.”